Er is een goddelijke kern in ieder van jullie. Het doel van het leven is die te verwerkelijken, te weten wie je werkelijk bent en het niet meer te vergeten. Wanneer je eenmaal je ware identiteit kent, je werkelijke zelf, welke een rechtstreekse goddelijke erfenis is, dan is er geen enkele angst en geen enkel lijden meer.
Citaat uit Padwerk lezing 220: Het kosmische gevoel
Volgens de Gids bevindt het huidige stadium van de menselijke evolutie zich in een disharmonische tussenfase. Deze tussenfase is het tijdperk van dualiteit en dat bevindt zich tussen de lagere maar harmonische bewustzijnstoestand van dieren èn de hogere harmonische bewustzijnstoestand van de Aquariusmens. Het menselijke bewustzijn wordt in dit stadium door halfslaap en zelfvervreemding gekenmerkt en het is nog niet in de wakkere staat van de Aquariusmens geëvolueerd. Worstelend is de mensheid op zoek naar zelfverwerkelijking, naar een positieve levenshouding, naar onvoorwaardelijk liefhebben en naar een harmonisch evenwicht tussen de actieve en de passieve krachten.
Wanneer we van het ware zelf vervreemd zijn en niet weten wie we werkelijk zijn, dan identificeert het egobewustzijn zich met de afgescheiden bewustzijnsaspecten die zichzelf haten. We hebben weerstand deze zelfhaat te erkennen en de pijn ervan te voelen, omdat we eigenlijk geloven dat deze zelfhaat terecht is en we geen liefde verdienen. De waarheid is dat we een belangrijke taak in de evolutie vervullen door deze afgescheiden bewustzijnsaspecten op te voeden en te zuiveren, zodat ze met het ware zelf versmelten. De wetenschap dat het ware zelf – voordat het incarneert – deze immense taak op zich heeft genomen, zal ons zelfrespect geven en ons doen ontwaken. In deze workshop zullen we met een liefdevolle nieuwsgierigheid aan de hand van 3 thema’s uit de Padwerk lezingen onze ware identiteit onderzoeken.
1e thema: Jezelf identificeren met je bewuste zelf
Zolang we niet beseffen wat er aan de hand is, laten we ons blindelings beheersen door onze onjuiste identificatie en raken we verloren in de vernietigende strijd van de verschillende onvolwassen bewustzijnsaspecten. In deze staat van zijn kan het ware zelf zich nog niet manifesteren. Wel kunnen we ons identificeren met het bewuste zelf, het ‘ik’, dat orde kan scheppen en dit conflict onder ogen kan zien zodat het bewustzijn zich kan verruimen. Als het bewuste zelf de onvolwassen aspecten erkent, stoppen we met ons ermee te identificeren.
“Op het moment dat jij de destructieve aspecten onderkent, ze waarneemt, benoemt en observeert, is datgene wat dit doet het zelf waarmee jij je terecht en reëel kunt vereenzelvigen. Dit zelf is in staat om een keus te maken uit vele mogelijkheden – allereerst dat wat je nu doet: waarnemen, benoemen, enzovoort. Als je ervoor kiest om dit te doen, hoef je jezelf niet meer zo genadeloos met je zelfhaat te achtervolgen. Maar zolang je dit belangrijke proces van identificeren met datgene in je wat kan waarnemen, benoemen en kiezen niet aangaat, schijnt er geen andere mogelijkheid te zijn dan jezelf te haten en te veroordelen.” (Citaat uit Padwerk lezing 189)
2e thema: Je lagere zelf onder ogen zien
Het is onze taak om onze goddelijke potentie te manifesteren door liefdevol en barmhartig naar onszelf te zijn èn het lagere zelf eerlijk onder ogen te zien. Het waarnemen van onze dagelijkse gedachtepatronen helpt ons de angst, zelfhaat, wantrouwen en hopeloosheid van het lagere zelf op te merken. Als we begrijpen dat alles wat we nu zijn – hoe onvolmaakt ook in sommige opzichten – het bestaande eeuwige leven is, dan weten we dat we nooit ophouden te bestaan. Dit vertrouwen geeft ons de moed en kracht tot zelfconfrontatie, zelfrespect, gezonde zelfliefde en zelfvergeving, zodat de verbinding met de innerlijke werkelijkheid herstelt.
“Denk niet dat de gedachten die je nu denkt geen creaties zijn met een eigen celstructuur en materie, ook al is de dichtheid van die materie voor jou onzichtbaar. Als je in de verscheuring der dualiteit leeft, waarin je jezelf moet haten om de waarheid van het lagere zelf onder ogen te zien, of waarin je de waarheid van het lagere zelf moet ontkennen om de zelfhaat en de angst voor de dood, voor het niet-leven niet te hoeven voelen en ervaren, dan leef je in een bepaald specifiek kanaal en creëer je gedachten en onzichtbare vormen die je in een zich altijd herhalend patroon van verwarring en lijden brengen.” (Citaat uit Padwerk lezing 226)
3e thema: Jezelf liefhebben
Als we van onszelf houden, dan houden we van anderen en omgekeerd als we onszelf haten, dan haten we anderen. Bij kwellende zelfhaat kiezen we voor de schijnoplossing van onszelf ‘liefhebben’ door toegeeflijk naar onszelf te zijn, anderen de schuld te geven en lagere zelf eigenschappen te vergoelijken, waardoor we verder van onszelf vervreemden. Oprechte en gezonde zelfliefde uit zich door 1. streng voor onszelf te zijn in zelfdiscipline en strikte eerlijkheid en 2. zacht voor onszelf te zijn in mildheid en liefdevolle zelfaanvaarding, waardoor we ontvankelijk voor onze goddelijkheid worden en ons ermee identificeren.
“Waar en hoe projecteer jij je zelfhaat op anderen waardoor je hem nog vergroot? Waar verhinder je jezelf vrij te zijn door een kinderlijke ontkenning van grenzen en structuur, van wetten en regels, op kleine en grote punten? En waar voel je van binnen dat je niets waard bent? Waar en hoe houd je van je ziel, je mentaliteit, je lichaam? Ga diep in de meditatie waarin je jezelf laat weten dat je goddelijk bent, dat je jezelf ten volle onder ogen moet zien in alle aspecten en dat je alleen daardoor het gevoel van goddelijkheid vergroot. Laat jullie bewustzijn zich voegen naar de goddelijke wil om jezelf lief te hebben; jezelf lief te hebben zonder aan al je neigingen toe te geven, zonder je lagere zelf te vergoelijken maar het te zien zoals het is, en je prachtige structuur lief te hebben, je incarnatie lief te hebben, alles om je heen lief te hebben.” (Citaat uit Padwerk lezing 240)